Het geluk van Maartje

Het is een drukte van jewelste op het gezellige schoolplein. Jonge kinderen rennen elkaar lachend achterna, een voetbal vliegt door de lucht. Het krioelt van de vrolijke meiden en jongens. Heerlijk uitgelaten en nog zorgeloos voor wat het leven hen zal brengen.

Dagdromen
Maartje speelt vandaag niet mee. De kleine krullenbol zit op haar vertrouwde plekje onder de knoestige eik in het afgelegen hoekje van het schoolplein en dagdroomt over haar stoere opa. Het meisje mist hem ontzettend nu hij alweer op reis is. Zijn levendige avonturen neemt Maartje tot in de kleinste details altijd moeiteloos is zich op en om de tijd sneller te laten gaan, denkt ze graag aan zijn indrukwekkende verhalen.

Vliegen
Zo maakte opa eens een kamelentocht naar de zandduinen in de woestijn. Die lieve beesten zagen er zo schattig uit met hun gekleurde linten die zo nu en dan wapperden in de wind. Daarbij tinkelden de gouden belletjes om hun lijf een mooi melodietje. Als Maartje haar ogen sluit, hoort ze het fijne klingelmuziekje.

Was ik maar een vogel, dacht Maartje, dan vloog ik naar al die mooie plekjes op de wereld waar opa ook is geweest. Dan ging ik ijsvissen in het hoge noorden en daarna roetsjen door de sneeuw in een hondenslee. Met zoveel opspattende sneeuw dat ik betoverd raak van alle dwarrelende glinsterende vlokjes. Vervolgens vloog ik naar de kraakheldere gletsjerwatervallen die omlaag storten in diepe dalen. Maartje rilt onbewust, zo beeldend stelt ze het zich allemaal voor.

In de verte hoort ze haar vriendinnetje roepen: “Maartje…Maartje! De schoolbel is gegaan en de juf wacht op jou. Kom nou!” Maartje schrikt op uit haar gedachten, springt overeind en rent met een grote glimlach op haar snoet de klas in.

Klein geluk
Uit school wacht haar een grote verrassing als ze nietsvermoedend de keuken binnen stapt. “Opa!”, juicht Maartje enthousiast en vliegt hem spontaan in zijn armen. “Wat fijn dat je er weer bent, ik heb je gemist. Vertel opa, waar ben je deze keer geweest?”

En opa vertelt van zijn verblijf bij een vriendelijke indianenstam. Hoe prachtig de mensen daar samen zingen en dansen en hoe hun handen en stemmen klinken als muziekinstrumenten. Vrolijk en ritmisch. Maartje begint mee te bewegen op de klanken die ze hoort en voelt zich blij worden. “Opa wat geweldig toch allemaal. Mag ik de volgende keer eens een keertje mee? Ach toe…alsjeblieft!? Dan kan ik alles zelf zien waar jij zo fijn over vertelt.”

Opa kijkt haar liefdevol aan, tilt haar boven zijn hoofd en zegt al rondjes draaiend: “Maartje, jij vliegt vanuit je hart. Jij beleeft mijn avonturen op jouw manier. Jouw inlevingsvermogen is zo groot, jij hoort, ziet en voelt alles alsof we samen op reis zijn. Dat kan niet iedereen hoor. Jij hebt helemaal geen vliegtuig nodig om ergens te komen.”

Met een grote zwier staat ze weer op haar benen en kijkt met verbaasde ogen naar het lachende vertrouwde gezicht van haar lieve opa. Na een paar tellen dringt het besef tot haar door en roept ze enthousiast: “Ja…inderdaad, ik ga het morgen meteen aan mijn juf vertellen!”

Saskia Maters